Madre mia Malaysia

Op 2 juni nam ik afscheid van Bali en de babysithondjes (lees: monsters) en vloog ik naar Kuala Lumpur; klaar om 14 dagen Maleisië te verkennen met mijn Spaanse travelbuddy Carlos.

Ik leerde Carlos kennen in 2017 tijdens mijn allereerste soloreis naar Bali.

Ons reisavontuur ging van start in bestemming KL en beiden waren we  verbaasd dat in deze metropool uiteindelijk niet danig veel te beleven valt.

Carlos en ik aan de Petronas Towers in Kuala Lumpur.

Ca. 28.000 stappen (Carlos op flip-flops) en 1 dag later konden we de voornaamste toeristische trekpleisters immers afvinken op ons lijstje en besloten we om andere oorden op te zoeken.

Is Kuala Lumpur dan wel de moeite?

Jazeker, maar je hoeft er, naar mijn bescheiden mening, niet langer dan 1 à 2 dagen voor uit te trekken.

Aangezien mijn zuiderse reisgenoot het strand net zo genegen is als ondergetekende, zaten we een dag later op een binnenlandse vlucht richting Perhentian Islands: een eilandengroep “uit de boekskes” inclusief parelwitte stranden en kokosnoten  à volonté. De kleurrijke koraalriffen en indrukwekkende onderwaterwereld maken Perhentian dan ook een populaire bestemming om te snorkelen of te leren duiken.

Kimberly vakantieland tot uw dienst.

Anderzijds bracht Perhentian ook wel enige cultuurschock teweeg. We verbleven namelijk in het rurale stadje “Fisherman’s village” op het kleinere eiland Perhentian Kecil. Onafgezien van enkele andere verdwaalde reizigers wordt dit eiland bezet door locals.

De camping en het avontuurlijke backpackgevoel vormden voor ons geen obstakel (al moet ik bekennen dat ze mij tot in Thailand hebben horen krijsen toen er een spin op ons muskietennet zat: “Carlos, there’s a tarantulaaaa!! – dat belooft voor Australië), maar we waren bedroefd door de vervuiling en barre leefomstandigheden van de “Perhentianen”. Het aantreffen van een gezin van 10 in een simpel barakske tussen de vuilniszakken vormde een schril contrast met de luxeresorts op het grotere eiland.

Na enkele dagen eilandhoppen en strandliggen stond schiereiland Penang op het programma en verbleven we in het multiculturele Georgetown. Multicultureel in die zin dat diverse bevolkingsgroepen vreedzaam samenleven in deze stad. Wees dan ook niet verbaasd om vlakbij Chinatown een moskee aan te treffen, terwijl je op de hoek van de straat een bakje Indiase streetfood kan bestellen. Gevoelige magen opgepast.

Onze reis werd uiteindelijk afgesloten op het eiland Langkawi en we hadden geluk dat het net laagseizoen was, want Langkawi kan druk zijn tijdens de zomermaanden. Aangezien het eiland enorm groot is, reden we elke dag met de scooter naar verlaten strandjes. Een tripje naar Tanjung Rhu is zeker de moeite om het echte “op een onbewoond eiland-gevoel” te beleven.

Een andere must-see op Langkawi is de “seven wells” waterfall. Na het bestijgen van 638 treden, kom je uit bij de natuurlijke bronnen met waterglijbaan. Volgens een legende zouden feeën hier regelmatig een bad nemen. Gelieve voor de prachtige demonstratie van de glijbaan door deze fee het filmpje op mijn facebookpagina te checken.

De feeërieke heldin van half zeven groet u.

Mooie liedjes duren helaas niet lang en bij deze  komt ook dit toeristisch praatje over Maleisië ten einde. Na 14 dagen zat Carlos zijn congé er immers op en vloog ik naar mijn volgende bestemming… Ho Chi Minh City.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s