It is R U OK (are you ok) – day today, which creates the perfect opportunity to invest my time in something I really love doing but not always prioritize: writing to you.
R U OK inspires people to meaningfully connect and support one another(@ruokday).
New South Wales is currently in week 4 of lockdown (Sydney has been shut down for months already) so more than ever creative means are discovered to connect.
One of my colleagues at my new workplace told me last week she tries to reach out to at least one loved one a day. It Makes sense to me, it might just be as little as a simple hello, it can really make a difference.
It’s when “normal” things you easily take for granted have been put on hold, you start to appreciate all the things you do still have.
Over the past weeks I’ve been enjoying my slow mornings and going to work in the late afternoon.
Every morning I go say hello to my seals at the headland (yup they’re my pets now) and I look at them splashing around in the ocean as if they couldn’t care less about politics. Good on them. My boyfriend (you read that right, I have a boyfriend now since 7 months!!) took me for a dive to the seals a few weeks ago and it was the most magnificent thing I’ve ever done, I was also very scared to get eaten by a magnificent shark but I still wanna go again.
Life has been treating me well still and I recently got a new job with a local womens organization supporting women and children experiencing domestic violence and/or (at risk) of homelessness. After leaving the law scene for a few years now I felt the urge to put the skills I’ve been taught back to practice. I’m combining my new job with a few online yoga classes a week and one of my goals is to start teaching at work too, something I’m lobbying for with the manager.
When I sit here writing to you from the headland, with my seals splashing around in the background, I can thankfully say I’m ok. I can also say that on days that I’m not feeling ok, that is ok too.
So to everyone who is reading my words I’m asking: R U OK?
I miss you and I would love to hear from you.
xxx
Nederlandstalige vertaling
Het is vandaag R U OK – dag (are you ok of hoe gaat het met jou vandaag) en voor mij is dat de ideale gelegenheid om nog eens in de pen te kruipen.
R U OK – dag legt de nadruk op mensen dichterbij brengen en steun vinden in elkaar,
We komen hier in Australië vijf trammen later op Europa en New South Wales, de deelstaat waar ik nu al twee jaar woon, is ondertussen 4 weken in lockdown. “We mogen met andere woorden nie buiten”, wat betekent dat we andere manieren moeten zoeken om met elkaar te verbinden.
Mijn collega vertelde me vorige week dat ze elke dag de moeite doet om naar iemand een berichtje te sturen en te vragen hoe het gaat. Een simpel gebaar, maar het maakt een wereld van verschil.
Het is pas wanneer je bepaalde dingen niet meer kan doen, dat je plots gaat beseffen wat je allemaal wel nog kan doen.
De afgelopen weken heb ik genoten van mijn “slow mornings”. Ik start pas in de late namiddag met werken zodat ik de ganse ochtend voor mezelf heb. Elke ochtend groet ik “mijn zeehondjes” aan “the headland” (je zou dit als “kaap” vertalen in het Nederlands, maar ik vind dat maar wat raar). Die beesten zijn dus fantastisch he, dat buitelt daar maar wat rond met een dikke je m’en fous attitude voor wat er in de wereld gebeurt. Iedereen moet maar wat meer zeehond zijn, laat dat de wijze les zijn voor vandaag. Onlangs ben ik zelfs met mijn lief (ja u leest dat goed ik ben dan nog eens van’t straat!) gaan snorkelen met de zeehondjes. Beste ervaring ooit (maar k’had wel wat schrik van Jaws).
Het gaat mij hier nog altijd goed af in Australië en ben net gestart met een nieuwe job. Sedert mei werk ik voor een vluchthuis voor vrouwen en kinderen slachtoffer van huiselijk geweld. Straffen toebak maar na mijn exit uit de advocatuur begon het bij mij ergens toch weer te kriebelen om, hoe zou ik het zeggen, onrecht aan te pakken :-).
T’is nog steeds van Namaste ook hoor, ik geef momenteel enkele yogalessen via Zoom en idealiter kan ik binnenkort les geven op het werk ook!
Wanneer ik deze woorden dan ook neerpen van op mijn “headland” enigszins nostalgisch over het leven en met een klein beetje heimwee ook wel ja stel ik aan mijn lieve lezers de vraag: en hoe its nog me u?
R U OK? Laat het mij gerust weten, ik denk aan jullie.
Three months after I wrote a little travel story about Bill from Merimbula I’m back around this area for another nourishing kimmycation.
Over the past few months I got back into my old habit of saying YES to everything as I have some Aussie visa things to sort out and I wanted to make money quickly.
Extra work work work arrived on my plate easily and I gratefully accepted 4 different jobs in a row.
Yoga and surf instructor throughout the day, a waitress at night (finally aligned with my favorite song “Don’t you want me” from The Human League – “ I was working as a waitress in a cocktail bar, that much is true”) and helping out with Soul Tribe.
All of a sudden I was working 70-80 hour weeks again and although my bank account praised me, my body started to send out some alarm signals, which I consciously ignored.
So here we are after a couple of days break down the coast, happily recharched.
My last days consisted of bush walking, strolls down the beach (in the mid of a little hurricane haha), 4WD in the national park with my non-4WD (Holden Astra 97’s finest), being a sook and not going out in big surf, reading, resting and….yoga!
Honestly?! More yoga, believe it or not, after teaching +/- 20 classes a week last month I was so grateful to go to a few classes myself over the weekend. Nothing better than sitting on the mat and just listening to the ques, absolute paradise (to all yoga teachers, who can relate :-))!
Yesterday I went to a class with Tilley from thewellness_socialenterprise, am I not still enlightened with the afterglow.
Tilley started and ended her beautiful class with a meditation around the theme well-being and the invite to have a think about what the word ‘well’ means to you.
To me “well” means being able to live life to the full or as my dear friend Clare described it so beautifully before I headed off on this trip: “Kim, only do the things that ‘light you up’.
So yes, I can thankfully say, that I am doing really well, and I hope you are too.
Thank you for reading, you light me up. xxx
Dag mannekes,
Na stilte komt de storm (letterlijk met overstromingen in de ganse staat New South Wales op dit moment), dus aanschouw mijn update omtrent de dingen des levens in ‘the land down under’.
Exact drie maanden na mijn legendarische ontmoeting met ‘Bill from Merimbula’ (zie vorige post) ben ik er terug een paar dagen van tussen, aka t’is weer van ‘kimmycation’.
Een vos verliest zijn haren, maar niet zijn streken en de laatste maanden had ik er weer een handje van weg om tegen alles volmondig JA te zeggen.
Eindresultaat vier verschillende jobs en 70 a 80 uren werkweken, geen ideaal scenario voor permanent gestresseerde duiven.
Yoga -en surfinstructrice from dawn till dusk, barchick ’s avonds (eindelijk mijn lijflied “Don’t you want me” van The Human League – ‘I was working as a waitress in a cocktail bar, that much is true’ eindelijk eer aandoen) en helpen met de administratie van Soul Tribe.
Na een klein (visa-)stresske te ervaren, paradise COVID-vrij beach life of niet, was het weer tijd om eventjes op de rem te gaan staan.
En zo geschiede.
Mijn congé was alweer subliem met mind-blowing woeste strandwandelingen, Kimmy letterlijk den bush in op blote voeten, 4 x 4 trips met mijn backpacker’s finest Holden Astra, big wave surfing (NOT ’t was van de beste stuurlui staan aan wal de laatste dagen), lezen, rust roest niet en….YOGA.
Wablieft, weeral diene yoga, geloof het of niet, maar na de afgelopen maand ongeveer 20 uur per week les te geven voelt het paradijselijk om gewoon eens als student op die mat Ohm te zingen.
Gisteren pikte ik een lesje mee van juf Tilley en ik geniet nog na!
Deze vrolijke yogi startte haar les met een meditatie omtrent “u goed voelen” en wat dit voor jou persoonlijk betekent.
Na bijna twee jaar reizen betekent “feeling well” voor mij niets minder dan ‘voluit leven’ en de dingen doen die mij doen ‘stralen’ (zoals mijn goede vriendin Clare het vorige week zo schoon verwoordde – “Kim, keep doing the things that light you up”).
Dus YES YES YES het gaat goed met mij en ik hoop, met jou ook.
(Dutch version below / Nederlandse versie onderaan)
“To travel is to live”, a quote I used a few years ago on my Instagrampage while visiting my dear friend Carlos in Spain.
Little I would have known I would live this unreal life right now in the land down under.
Truth is the past months have been unreal, our worlds being turned upside down with a global pandemic.
Just my luck to get stuck at this incredible coastline, 4 hours south of Sydney.
Already isolated geographically, restrictions at the South Coast didn’t last too long and our lives turned back to normal quite easily.
Since July I started teaching yoga at Soul Tribe Studio, where I’m currently finishing a second yoga teacher training.
The few weeks we were in lockdown I surfed and surfed and… surfed, quite often multiple times a day. I took a few more lessons with coach Shane and over Winter I completed my foundations surf coach training with his Broulee surf school.
So yes, I can very proudly announce I changed the corporate lifestyle in for surfing and yoga for a living.
With the busy school holidays around the corner I decided to take a few days off for a little getaway down the coast.
Although already living on he other side of the world, the travel bug still hits me and I always get really excited whenever I go on a trip, even more when it’s a solo one. New places, new faces and after all…the most inspiring stories.
So here’s a little story I’d like to share about Bill from Merimbula (and it’s not a cheesy love story, don’t worry):
There he was this morning when I went for my surf check at Merimbula main beach: this local guy named Bill, watching the waves at the look out point. I’ve met him a couple days ago at the exact same spot and he shared a story about his son who is a professional skier in Jindabyne.
This morning the tone of our conversation was different and he told me he had a stroke two years ago which left his left side paralyzed. The feeling in his leg still hasn’t returned, but as he continued persuasive, he would never give up surfing!
We’ve spent about half an hour observing the surf, the swell has picked up quite a bit and there were some bigger sets coming through.
I’m always a bit cautious when I surf a new beach and I’m not fully aware of the potential hazards. Usually my gut feeling whether I should go out or not is pretty accurate.
All of a sudden a few people went in and Bill looked at me “well we can’t use ‘it’s busy’ for an excuse anymore”.
Off we went.
My gut feeling was right. There was a strong current, the rip was pumping and doesn’t it always look smaller from the beach, haha.
So yes, I definitely got slammed a few times, but let’s keep it real, there’s no such thing as instagramsurfing anyway. At least not all the time.
I’ve managed through and caught a few good ones after all.
One moment when I paddled back out I saw Bill sitting on his ‘big belly board’ as he calls it, fierce and with a smile so contagious. “Well I’m happy I went out”, he says.
Priceless.
One our way back to the car park he tells me “you know what, I don’t even care if I don’t get onto my feet anymore. For me, the feeling of getting picked up by a wave facing the green wall and knowing I’m going to make it is the best feeling in the world, whether I belly board it or not”.
Maybe I need to change my words, this whole story about Bill just did really turn into a love story. For the love of surfing.
For Bill’s love of surfing.
And just like that, these inspiring stories are the absolute reason I can’t give up traveling.
Nederlandstalige versie blog
“To travel is to live”, een quote die ik in 2018 op mijn Instagrampagina citeerde, toen ik op bezoek was bij mijn maatje Carlos in Spanje.
Op dat moment naïef en nog geen flauw benul dat ik zoveel jaren later naar “the land down under” zou versassen.
De laatste maanden waren daadwerkelijk surrealistisch toen een globale pandemie besloot de wereld op zijn kop te zetten. Ik heb dan ook weer een ‘pakske chance’ om aan de andere kant van de wereld te stranden. Letterlijk en figuurlijk.
Van een echte “lockdown” was hier niet echt sprake aan de wondermooie South Coast. Met uitgestrekte (verlaten) stranden en immense natuurgebieden is de bevolkingsdichtheid hier opmerkelijk laag.
Sind juli geef ik yogalessen by Soul Tribe Studio, de lokale yogastek waar ik dit weekend afstudeer van mijn tweede yoga teacher training.
De luttele weken toen we effectief in lockdown waren, surfte ik er op los (iets met essential exercise), vaak meerdere keren per dag. Ik verbeterde mijn techniek met coach Shane van Broulee surf school. Tijdens de wintermaanden trainde hij mij via Surfing Australia tot foundation surf coach.
Ik ruilde de toga met andere woorden in voor surfen en yoga voor de kost. ‘T kan erger.
Volgende week start de zomervakantie hier en verwacht wordt dat met vele dagjestoeristen uit nabijgelegen hoofdstad Canberra (nee ’t is niet Sydney!) de stranden bijlange zo verlaten niet meer zullen zijn.
Queen self-care besloot dan maar zich enkele dagen terug te trekken voor een solo-roadtripje langs de ‘sapphire-coast’. Essentiële dagtaak: surfen en boekjes lezen op het strand.
Ik mag het dan wel afgetrapt zijn naar de andere kant van de wereld, de reismicrobe heeft me nog steeds te pakken en behoorlijk uitgelaten laad ik mijn drie surfboards in de auto (eigenlijk zitten die er standaard al in, ma bon ’t klonk goed om het hier alsdusdanig nog eens in de verf te zetten).
Reizen! Gelukzalig reizen! Nieuwe plaatsen, nieuwe gezichten en bovenal… de meest inspirerende verhalen.
Zoals dit verhaal over ‘Bill uit Merimbula” (en neen t’is geen mierzoete novelle).
“Ah daar is em se.” Toen ik deze ochtend mijn dagelijkse surf check deed, trof ik hem aan op dezelfde plek waar we elkaar eerder deze week ontmoetten. Surfer Bill uit Merimbula, een local gepassioneerd door surfen met een zoon die professioneel skiet (ja de Aussies vertellen nogal graag, zelf een babbelkous in hart en nieren zit ik daar niet mee in).
Vandaag was het een ander verhaal.
Blijkbaar kreeg Bill twee jaar geleden een herseninfarct die zijn linkerzijde verlamde. Het gevoel in zijn been is sedertdien nooit wedergekeerd, maar surfen, dat zal hij nooit opgeven.
Plots ben ik still. En staar ik met Bill naar de golven. Een half uur lang.
Wanneer enkele surfies er de brui aan geven spoort hij me aan: “hup geen excuses meer nu, the waves are ours”.
De stroming is krachtig en de golven zagen er vanop het strand toch wat minder dreigend uit, maar we ploeteren door. Ik kreeg behoorlijk op mijn kop deze ochtend, in het Engels zouden ze zeggen “I got slammed”. Instagram surfing is overrated anyway.
Uiteindelijk begint het dan toch te lukken en ik geniet van het euforische gevoel. Maar het meeste euforie krijg ik wanneer ik Bill in het water zie zitten op zijn “big belly board”, zoals hij het noemt. Zo fier als een gieter en een en al glimlach. “Ik ben blij dat ik hier ben”, glundert de mens.
Kippenvel.
Onderweg naar de parking zegt hij nog het volgende “Eigenlijk he, maakt het mij niet meer uit of ik nog kan recht springen of niet. Voor mij is het gevoel van langsheen die muur van water glijden, of dat nu op mijn buik is of niet, ‘the best feeling in the whole wide world.”
Ik keer terug op mijn woorden. Bill’s story is dan toch een liefdesverhaal. Over de liefde voor surfen.
Bill’s liefde voor surfen.
En reisverhalen zoals deze, lieve mensen, zorgen ervoor dat ik nog eventjes blijf.
“Then I look at you And the world’s allright with me Just one look at you And I know it’s gonna be A lovely day”
Er mag dan vooralsnog geen “you” van de partij zijn, tegenwoordig prijkt Bill Withers vrolijke deuntje hoog in mijn afspeellijst. We kunnen allemaal wel wat positieve vibes gebruiken, gemakkelijk gezegd vanuit mijn paradijs.
Ik plande andermaal – en misschien ook iets vroeger, maar ’t is hier van high five busy life – een totaal verschillend blogje in elkaar te flansen; COVID – 19 besliste er anders over. Eind januari verhuisde ik naar de South Coast met het oog op het vervolledigen van mijn “88 farm days” of “regional work”.
Mijn huidig working holiday visum verstrijkt op 30 juli, maar op nieuwjaardag kondigde ik aan beperkt comité aan ik het nog lang niet heb gehad met Australie.
Het lot besloot mij uiteindelijk in lockdown te houden, niet geheel ongevraagd.
Op 10 februari startte ik als arbeidster bij Australia’s Oyster Coast. Backpackers die hun visum met een jaartje willen verlengen, dienen drie maanden “specified work” in landbouwgebied te vervullen, gaande van het beruchte fruitplukken tot werken in de bouwsector, of zoals mij: immediate food processing.
Op een dag vind je de job van je leven of toch ook niet, maar ik was al lang blij dat ik niet bij 40 graden op de akker moest gaan staan.
5 weken heb ik gewerkt als “oyster grader” en ook ’s avonds voor het slapen gaan kwamen de oesters aan de lopende band voorbij.
Tijdens mijn laatste week als productiemedewerkster deden onheilspellende berichten omtrent een of ander Chinees virus hun intrede, op dat moment een “ver-van-mijn-bed-show”.
Op 19 maart sloot Australia’s Oyster Coast de deuren, “until further notice”. Aanvankelijk vulde ik mijn vrijgekomen tijd in met surfen, maar na een week werkluizenleven kreeg ik een klein paniekaanvalleke.
Gelukkig leerde ik via de lokale yogastudio “Soul Tribe” enkele schatten van vriendinnen kennen en een van hen, Joelle, vertelde dat ze bij haar op de werkvloer dringend personeel zochten.
Sedert 1 april ben ik dan ook aan het werk in de keuken van het lokale bejaardentehuis. Maaltijden serveren en koffie ronddragen aan de bewoners terwijl ik met hen een klapke doe – ook in ’t Engels ben ik allesbehalve mijn tong verloren – het had erger gekund in tijden van globale crise. Had ik een stappenteller aan, zou deze wellicht ontploffen, respect dan ook aan de doorsnee collega in de zorgsector.
Als ik bij de dementerende bewoners aan het werk ben, doet dit mij trouwens denken aande procedures collocatie op “den Esperanza”, de gesloten afdeling van een psychiatrische zorginstelling in Vlaanderen (ik richt mij tot mijn collega Benjamin V.: pure nostalgie!)
Doelbewust heb ik de afgelopen weken niet veel ruchtbaarheid gegeven aan mijn nieuwe tewerkstelling, ik wou namelijk niemand ongerust maken, gelet op de crisis in de woonzorgcentra in België. Nu de gemoederen enigszins bedaard zijn, kan ik stellen dat Australië van het ergste gespaard is gebleven.
Andermaal besef ik dat ik een pakske chance heb, menig backpackbuddy is inmiddels, bij gebrek aan jobzekerheid, huiswaarts gekeerd.
Het zijn rare tijden en toen de grote mondmaskershow voor het eerst werd opgevoerd bij de lokale supermarkt kreeg deze van mij allesbehalve een staande ovatie.
Ondanks de verdrietige berichtjes die ik van het thuisfront kreeg – dikke virtuele knuffels nogmaals – blijf ik positief en focus ik op de dingen die ik allemaal heb.
Ik kan namelijk meer dan ooit gaan surfen! De South Coast is, op zichzelf beschouwd, reeds geïsoleerd gebied en mits de nodige social distancing wordt surfen aangemerkt als essential exercise.
Sinds maart ben ik tevens vrijwilliger bij South Coast Donations Logistics, een bushfire relief organisatie die diensten verzorgt aan de fire victims, gaande van het leveren van voedselpakketten tot het bouwen van een nieuwe woonst.
Tis eigenlijk ronduit mottig om vast te stellen dat deze slachtoffers nu vergeten worden, terwijl er onder hen nog meer dan een te veel nog steeds in tenten woont.
De afgelopen weken waren vrij hectisch, maar terwijl ik de tijd neem om te schrijven en te reflecteren, prijs ik mijzelf gelukkig.
Het berichtje dat ik vorige week van vriendin Kim R. kreeg is alweer de nagel op de kop: “oh amai pony, ge hebt daar echt een zalig leventje voor u zelf opgebouwd he”.
Da’s zeker da en ik krijg hier ook immens veel steun:
van mijn lieve vriendinnen Clare, Joelle en Sophia die ik leerde kennen via de yogastudio, ge ziet, yoga verbindt nog steeds
van mijn maatje Lisa, de warenhuis manager van SoCoDoLo, een Ierse straffe tante die vloekt op alles wat los en vast zit, maar een hart van goud heeft
van Roze, de Engelachtige dame die het zwaar te verduren kreeg met de bushfires en desondanks ondergetekende, op zoek naar een cheap car rental, uit de nood hielp door haar eigen wagen ter beschikking te stellen
van de surfies van Mckenzies beach die mij steeds motiveren om in het water te gaan, ‘practice practice practice’, ‘go for a paddle Kimmy’
van mijn Aussie familie in Casuarina die ik heel erg mis en mijn vriendjes aan de Gold Coast die ik allen ga bezoeken van zodra de restricties zijn opgeheven
van Merv en Rhonda, het koppel dat ik leerde kennen via SoCoDoLo en die het hebben aangedurfd “that bloody Belgian backpacker” (also known as my new nickname) in huis te nemen toen bibi enkele weken geleden halsoverkop op zoek diende te gaan naar een nieuwe verblijfplaats
en van eenieder die ik vergeten ben, maar daarom niet minder graag zie!
Dus mannekes, no worries, Aussie laidback beach life still going strong en dat zal nog eventjes zo blijven 🙂
Om het andermaal en tot in den treure met mijn favoriete Aussie slang te verwoorden: she’ll be right mate.
English translation
“Then I look at you And the world’s allright with me Just one look at you And I know it’s gonna be A lovely day”
Oh well, there still is no ‘you’, but definitely have been playing Bill Withers ‘lovely day’ over and over again lately. Positive vibes only, which is easily said from paradise Oz.
Once again I was planning to write a complete different update on life; then along came COVID. The end of January I’ve moved to the South Coast for ‘a reason, a season and a purpose’: initially completing my 88 days of farm work.
My current working holiday visa expires July 30th, but on New Years Day I dropped a little bombshell announcing to mum that I’m not ready to come home yet (read: might not ever). Destiny decided to keep me a little longer anyways and to be honest My dear Australia: there’s no place I’d rather be.
Not having a clue about things that would occur in the next few months, I started working at Australia’s Oyster Coast on February 10th. Backpackers willing to extend their stay for an extra year need to complete three monts of regional work, also known as the above mentioned 88 farm days.
Betsy the oyster grader at your service.
Out of my comfort zone, but pretty blessed I didn’t have to go strawberry picking with boiling hot temperatures.
Five weeks of living la vida oyster and I still saw them oysters dancing around in my head far past bedtime, counting sheep is overrated anyway.
During my last week as little Miss labourer, desperately counting down the minutes to ‘smoko’, there was a lot of fuzz going around about a certain Chinese virus, seemed pretty surreal at the time.
On March 19 Australia’s Oyster Coast shut down ‘until further notice’.
Let’s just say the unemployed backpacker certainly lived the dream by the beach (and still does)- high five surfing life -, it lasted a whole week until the compulsive panicking kicked in. Life only got better when my credit card got blocked due to fraud, also known as no more ‘pay with Visa’.
Thank God I’ve been surrounded with a bunch of amazing girlfriends I’ve met here and one of them, Joelle, mentioned they were looking for health care workers at her workplace, Opal aged care Denhams Beach.
So since two months my days are filled with hospitality: serving meals and coffee to my golden oldies, life could have been worse during a global pandemic. Definitely getting those daily steps in though, endless respect to the average health care employee.
I do realize how lucky I am, a lot of my backpackerbuddies returned back home overseas, due to the uncertainty caused by the crisis.
Weird times, weird vibes, not to mention my first encounter with the big mouthmaskshow at the local supermarket. Definitely grateful things are starting to settle down.
Despite several sad messages I received from home – sending lots of love – I still try to practice a little bit of gratitude and focus on the things I do have.
Whilst I wasn’t really able to go surfing with my former job, my (holy) mornings are free again to practice my most beautiful nosedive. I’m blessed I’ve been living in rural area and there hardly haven’t been any COVID cases around. Similar to Europe, Australia is starting to lift restrictions and I would say the crisis definitely hit this (massive country) way less compared to the damage it has caused in Europe.
Since March I also volunteer in my free time for South Coast Donations Logistics (SoCoDoLo), a bushfire relief organization that coordinates logistics, for example food and clothes deliveries to fire victims.
With the global pandemic people unfortunately seem to forgot about the fire victims and to say it in my colleague Lisa’s (the SoCoDoLo warehouse manager) words, referring to their Gofundme-page (https://au.gofundme.com/f/1wu1p6ohhc): ‘Winter’s arrived down here temperature are falling there is so much more to do and still so much ongoing day to day basic needs too! Every dollar helps and every share increases awareness! We’ve got to get these families out of cars and tents and into sheltered accommodation asap.’
The past weeks have been a bit hectic, but whilst taking the time to reflect and write again I certainly realize and admit that once again I’ve got luck on my side. I’ve been living in a beautiful part of Australia, I’m able to go to the beach everyday and in this short amount of time I’ve met some beautiful souls and established everlasting friendships.
Last week my Belgian friend Kim R. texted me saying ‘oh wow, seems like you’ve built yourself an amazing life down there, that’s right Kimmie and I’m getting so much support:
from Clare, Soph and Joelle, my girlfriends I’ve met through Soultribe yogastudio
from my buddy Lisa, SoCoDoLo’s warehouse manager, an Irish tough lady with a golden heart
from my friend Roze, who’s been through a lot of trauma with the fires, but nevertheless still decided to borrow me her car after I wrote a Facebook advertisement reaching out for transport
from the local surfies at Mckenzies beach who encourage me to go in the water every day despite the silly excuses I seem to make up; ‘but it looks so big’
from my Aussie family the Lono’s in Casuarina and my friends at the Gold Coast whom I really miss and will go visit as soon as they’re lifting restrictions
from Merv and Rhonda, an Aussie couple I’ve met through SoCodoLo, who took ‘that bloody backpacker’ in their home after I needed to move from Sunshine Bay
and from everyone else I’ve met a long my Aussie journey!!
Put it differently in my all time favorite Aussie slang: she’ll be right mate.
Vier dagen plande ik op surf camp te gaan en uiteindelijk ben ik hier een maand blijven plakken.
Spot X: het doet duidelijk wat met een mens.
Na mijn 10-daagse roadtrip met Kathy down south besloot ik om het nieuwe jaar in te zetten met Mojosurf. Ik surfte al eens met deze organisatie in Byron Bay en één van de coaches vertelde mij over hun surf camp en surf academy in Spot X, Arrawarra.
De setting is dan ook ideaal als je van surfen en laidback Aussie beachlife houdt; het camp bevindt zich immers letterlijk op het strand. Met uitzondering van de occasioneel verdwaalde strandganger wordt het strand uitsluitend bezet door de surfschool. Spot X situeert zich dan ook in the middle of nowhere en naast surfen valt er geen lap te beleven. Mij niet gelaten.
Mijn eerste dagen surf camp bestonden voornamelijk uit surfsessies in de voor-en namiddag en een dagelijkse yogales. Geen wonder dat ik spieren heb gevoeld waarvan ik het bestaan niet afwist.
Aangezien ik nog niet bepaald een plan had uitgedokterd voor na het camp had ik op mijn laatste dag bitter weinig goesting om te vertrekken. Gelukkig was het universum mij andermaal gunstig gezind. Ik kreeg namelijk te horen dat Mojo op zoek was naar een extra yogateacher.
Namastay en zo besloot kimpulsiefje haar verblijf met een maand te verlengen.
Reizen, het is toch wel al een kluwen geweest van onverwachte wendingen, maar hoe je het ook draait of keert, ik kom steeds op mijn pootjes terecht.
De afgelopen maand werkte ik voor Spot X en gaf ik daarnaast yoga voor Mojo.
De surfschool biedt hier diverse programma’s aan om te leren surfen, gaande van 1 à 2 maanden academy tot een instructor course van 3 maanden.
De ganse maand januari stond ik dagelijks op mijn board en dankzij de zalige coaches is er wel degelijk vooruitgang geboekt. Vorige week poste ik op Instagram en Facebook, zo fier als een gieter, reeds enkele foto’s van mijn allereerste longboard dat ik aankocht bij mijn sympathieke vriendin Justien. Aangezien Justien dit pareltje kocht bij Elodie, ben ik inmiddels de derde jongedame die er op leert surfen. So far so good, nu ik er reeds een paar sessies mee achter de rug heb en zowel het board als mezelf nog intact zijn (hout vasthouden).
Kortom, nog steeds geen klachten in Australië en ik besef andermaal wat een zalig leventje ik hier leid.
Desondanks mijn “happy bubble” (@ Spot X leef je daadwerkelijk in een bubbel, ver weg van de bewoonde wereld), ben ik mij dagelijks bewust wat er zich in deelstaten zuid New South Wales en Victoria afspeelt en mijn gedachten gaan dan ook uit naar alle slachtoffers. Ik hoop de komende weken lokaal ook mijn steentje te kunnen bijdragen, maar daarover vertel ik meer in een volgende blog. Zelf kunnen jullie ook nog steeds helpen via donaties en ik verwijs hiervoor naar de links bij de foto van @melinaillustrates die ik enkele weken geleden op Facebook plaatste.
Terwijl ik dit blogje publiceer, ben ik overigens 16u zuidwaarts gereisd met de comfortabele Greyhound (thank God I’m a yogi) en kijk ik met weemoed terug op mijn maand “living the dream”.
Ik mis de dagelijkse routine van opstaan bij het ochtendgloren en onmiddellijk het water in te gaan. Op dagen dat er niet gewerkt moest worden, ging ik na mijn second breakfast voor “ronde twee”. Voeg aan dit idyllisch plaatje nog wat dolfijnen toe tijdens de sessie en vermoedelijk hoef ik niet langer uit te leggen waarom ik hier ben blijven plakken.
Kortom, Spot X, Mojo & all the beautiful souls I’ve met:
Will miss yeeeewwww & see you in winter ❤️
English version
So I was supposed to go on a surf camp for four days … and ended up staying there for the whole month, whoops.
Spot X, this place clearly holds people hostage.
After a 10 day roadtrip down South with my Belgian friend Kathy, I decided to start 2020 with Mojosurf. A couple of months ago I took a surf lesson with them in Byron Bay and one of the coaches told me about their surf camp and surf academy at Spot X, Arrawarra.
Great setting if you love surfing and laid back Aussie living as the camp is located right at the beach. Literally in the middle of nowhere, there’s nothing else to do besides surfing, but I didn’t mind at all.
My first days at the camp consisted of surf sessions in the morning and afternoon and a daily yoga practice. No wonder I felt muscles I didn’t even know I had.
On my last day of my Surf X Stay-trip I didn’t really feel like leaving. I also hadn’t figured out yet what to do next.
Well hello universe. Apparently Mojosurf was looking for an extra yoga teacher.
Namastay and that’s how I decided to stay for an extra month.
Travelling, it clearly has caught me with surprises, but definitely in a good way.
So I’ve spent the last month working at Spot X and teaching yoga for Mojo.
The surf school has established a surf academy where you can follow a one or two month surf program or even a three month instructor course.
With surfing daily the past months and thanks to my awesome coaches I definitely improved. I already proudly announced the adoption of my baby aka my first longboard through social media and yes I’m still very proud! I got this board from my lovely friend Justien that got it from another lovely friend Elodie, which makes me the third chick to learn to surf on it.
So far so good, I took the board out for a few times already and neither of us got killed.
Shortly said, still happy in Australia and once again I realize how blessed I am with my easy working holiday life.
Despite my own happy bubble I’m still well aware of what’s happening down South and my thoughts are going out to all Australia bushfires victims. I’m hoping to do some local charity work in the next few weeks and will definitely tell more about that in one of my next blogs.
Even from the other side of the world you can still help out through donating/fundraising. I refer to a link from Melina Illustrates I posted on my facebookpage a few weeks ago.
While publishing this blogpost I already traveled down South for 16 hours on the Nice and comfortable Greyhound bus (thank God I’m a yogi).
I definitely already miss “living the dream” @ Spot X.
Nothing compared to our daily routine of early to bed, early to rise and starting your day of (b)right with a morning surf. On free days I usually went for round 2 after my well-deserved second brekky.
Add some dolphins to this beautiful scenery and you will probably understand why it’s been so hard for me to leave this place.
To Spot X, Mojo and all the beautiful souls I’ve met:
Enkele weken geleden vierde ik mijn dertigjarig bestaan en naast al die zalige gelukwensen kreeg ik regelmatig de vraag “Kimmy hoe is’t daar nog”?
Bij deze kruip ik nog eens in mijn pen.
Mijn au pair leventje in Casuarina loopt na vier maanden stilaan ten einde, wat ik enigszins maf vind, want de tijd is werkelijk voorbij gevlogen.
Volgende week vertrekt mijn gastgezin met vakantie naar Bali en maak ik van de gelegenheid gebruik om mijn vleugels uit te slaan en de Oostkust te verkennen.
Ik zal mijn Aussie family, want zo beschouw ik hen inmiddels, in ieder geval heel erg missen en probeer nog niet te veel na te denken over het nakende “afscheid” dat wellicht intens wordt.
Mixed feelings met andere woorden omtrent de aankomende periode, want ook hier heeft, desondanks de tropische temperaturen, de jingle stress haar intrede gedaan.
Ik ben trouwens bijzonder verheugd, om maar niet te zeggen hysterisch, over mijn eigen kerstcadeau dat woensdag aan de voordeur stond: vriendin Kathy heeft er een “tripje” van maar liefst 36 uur op zitten om samen met mij de kerstdagen te spenderen!
Het is een vreemd, maar oh zo GELUKZALIG gevoel, om na 8 maanden reizen herenigd te zijn met één van mijn vriendinnen en terzelfdertijd, zoals ik het zou omschrijven, “een stukske België”.
Recentelijk kreeg ik immers de vraag: “Kimberly, jij ziet er altijd zo blij uit op uw foto’s, heb jij dan nooit last van heimwee of ben jij nooit eens ongelukkig”.
Uiteraard wel. Mijn naasten weten dat ik nogal een persoon “van extremen” ben; waar ik de ene dag mijn geluk van de daken zal schreeuwen, kan de volgende dag de wereld vergaan. There is no in between, maar da’s ok. Iets met zelfkennis.
Vorige maand had ik het wat moeilijk, rond mijn DERTIGste (jawel, zwart op wit) verjaardag toen ik al die lieve berichtjes kreeg van het thuisfront, maar als ik de balans opmaak kan ik stellen dat Australië en de levenservaring die ik de laatste maanden bij mijn gastgezin heb opgedaan mij heel gelukkig maken.
Greer, de mama van het gezin en mijn “boss-bestie” organiseerde als kers op de taart een straatfeestje met prosecco en pizza, laat ons zeggen dat er slechtere manieren zijn om de dirty thirty in te zetten.
Anyway, het plan is om volgende week met Kathy een auto of van te huren en langsheen de kust naar het Zuiden te roadtrippen, iets wat al even op mijn bucketlist stond.
Ik zal mijn driving skills maar al oprakelen, want het is geen sinecure om aan de verkeerde kant van de baan te rijden. Kathy daarentegen heeft er alle vertrouwen in: “ik heb ervaring”, euh, wordt vervolgd…
Naast mijn driving skills, werd er de laatste weken naarstig gewerkt aan mijn surftechnieken en ik moet zeggen dat het eindelijk een beetje begint te lukken, al heeft dit heel wat voeten in de aarde gehad. Leren surfen is dan ook een extreem moeilijk proces en gaat – letterlijk – gepaard met vallen en opstaan, lees voortdurend op uw bek gaan.
Eens ge rechtstaat op uw surfboard en geniet van uw “moment de gloire” alias “two seconds of fame” is het echter het beste dat er is!
Ik kan u zeggen dat het mij drie maanden gekost heeft om een deftige pop-up onder de knie te krijgen, maar door doorzettingsvermogen bereikt de slak de ark.
Momenteel voel ik mij trouwens volledig de queen want sinds enkele weken blijf ik niet langer spelen “in the whitewater” (ondiep water waar de golven reeds gebroken zijn), maar peddel ik out the back met de grote jongens 😉.
Klinkt allemaal ruig, maar ook dit gaat nog steeds gepaard met het nodige entertainment want toen ik vorige maand voor het eerste uitpeddelde was mijn eerste reactie “I can’t do this, the waves are too big”. Da’s jammer natuurlijk als ge daar in de zee ligt, maar we kunnen het nog navertellen.
Dit was trouwens niets in vergelijking met de surfsessie van twee weken geleden bij Cabarita Beach aka “that one time I got absolutely hammered”.
De laatste weken waren de surfcondities niet ideaal met veel wind afkomstig uit het Noorden en dit is iets wat surfers net niet willen: “on shore winds” of wanneer de wind in de richting van het land blaast en de golven bederft.
In plaats van onze gebruikelijke surfspot in Kingscliff verhuisde de Salty Girls surfschool voor enkele sessies naar Cabarita Beach waar je, omwille van de hogere golven, niet de mogelijkheid hebt om dichter bij de kust “te spelen”.
Peddelen zullen we doen.
Eén van de eerste sessies in Cabarita verliep al redelijk bruut, foamies (grote zachte surfboards om op te leren surfen) vlogen in het rond en twee Salty girls sneden zich aan het rif, maar de coach verzekerde ons dat de omstandigheden die bewuste dag iets “gunstiger” zouden zijn.
Helaas niet voor Bibi.
De eerste green wave was al geen succes, de coach verzekerde mij dat het zogenaamd aan de shore dump lag (golven die plots opkomen en onmiddellijk breken, moeilijk om op te surfen), ik werd in ieder geval weggeslingerd richting strand.
Niettemin voelde ik me nog steeds de boss lady toen ik er dichter bij de kustlijn in slaagde om nog een golfje mee te pikken hetgeen resulteerde in, zoals ik al zei, mijn two seconds of fame.
Opnieuw uitpeddelen dan maar, wat ik desondanks 4 jaar CrossFit geen evidentie vind: extreem vermoeiend en het lijkt wel alsof ik soms geen centimer vooruit geraak.
Wat ik trouwens zalig vind aan surfen is dat je net als bij CrossFit een hechte community hebt onder surfers onderling. Toen ik dan ook struggelde met peddelen, kwam er meteen een andere surfer ter hulp. Nope helaas geen knappe Aussie surferdude, maar een man van middelbare leeftijd inclusief baard à la Tom Hanks in Castaway. Still a legend.
Iedereen hield blijkbaar een oogje in het zeil om de veiligheid van de Salty Girls met hun foamies te garanderen en dat bracht toch wel enige geruststelling.
Uiteindelijk geraakte ik, gelijk een verzopen waterkieken, opnieuw bij coach Marta out the back en kon ik eventjes rusten op mijn board in afwachting van “the perfect wave”.
En toen was het aan mij.
“Alright Kimberly, start paddling”.
Zo gezegd, zo gedaan en “omg wa, ik sta hier op die golf”.
T’was rap gedaan.
Aangezien de golven op deze spot significant hoger zijn dan hetgeen we gewend zijn, kantelde mijn board diagonaal en leunde ik teveel naar voor. Gevolg: een “nosedive” van jewelste en een koprol of 10 onder water. Althans zo voelde het aan.
Ik probeerde vervolgens terug aan het wateroppervlak te geraken, maar dit verliep moeizamer dan gedacht en ik geraakte maar niet boven.
Na wat op dat ogenblik een eeuwigheid onder water spartelen leek, terwijl het in werkelijkheid waarschijnlijk over slechts een fractie van seconden ging, geraakte ik in paniek en probeerde ik tevergeefs te ademen.
5 liter zeewater binnen.
Uiteindelijk geraakte ik terug boven, maar zag ik geen steek met mijn weelderige haardos die in mijn aangezicht plakte. Toen ik mijn zicht terug had, zag ik onmiddellijk een volgende golf op mij afdonderen.
Duckdive.
Dit angstaanjagend spelletje, ik zag op dat moment ook geen enkele andere Salty girl meer in het water, is zo nog even doorgegaan tot ik er in slaagde om uitgeput op mijn board te klauteren.
Het is op zo een moment dat je pas beseft hoe klein je bent in de oceaan. Het klinkt misschien belachelijk, maar ik word nogal nerveus van situaties die ik niet in de hand heb.
Ook dit is een wijze levensles. You have to respect the ocean.
Lichtpuntje, ik ben vervolgens op het strand gaan bekomen en toen coach Marta uit het water kwam waren haar eerste woorden: “Kimberly, you are so brave”. Mijn ego dankt u. Instant feeling better en hoewel dit wellicht mijn griezeligste surfmoment tot nu toe was, ben ik niet van plan om op te geven.
Marta gaf mij ook een supergoeie tip: Als je onderuit wordt gehaald door een golf en je geraakt niet meteen boven, blijf dan kalm (gemakkelijk gezegd natuurlijk) en begin te tellen. Je bent nooit langer dan maximum 5 à 7 seconden onder water en zelfs de doorsnee hyperventilerende dwangneuroot (note to self) is in staat om zijn of haar adem “zo lang” in te houden.
De dag eindigde met een allesomschrijvende quote in onze whatsappgroep:
“It’s gonna get harder before it gets easier.
But it will get better, you just gotta make it through the hard stuff first.”
Think again trouwens als je al die mooie instagramplaatjes met perfectly styled surfbabes ziet, Ursula de zeeheks gemarineerd in zeewier schept een realistischer beeld.
English version
Celebrating my 30th in Australia resulted in tons of birthdaywishes from home and the FAQ “Kimmy how are you?”
So here’s an update on life.
My au pair (living the) life in Casuarina is about to end, which feels really weird as the time literally has flown by.
My host family is getting ready for a three week holiday to Bali and I’m about to cruise the Eastcoast.
I really don’t want to think about leaving my Aussie family just yet, (because that’s what they are, they truly became family), so let’s just ignore this until next thursday.
Mixed feelings nowadays as despite a little heartbreak jingle stress is just around the corner.
I couldn’t have wished for a better Christmas present this year with my Belgian friend Kathy arriving in Casuarina last Wednesday after a 36 hour flight to spend the holidays with me!
It is such a weird but amazing feeling to be reunited with one of my closests friends and “a little piece of Belgium” after 8 months of travelling.
Recently I got the question: “Kimberly you always seem so amazingly happy in your photos, don’t you ever feel homesick?”
Of course I do. My loved ones know I’m a person of extremes. It’s black or white. When I’m down, I get real down, when I’m high I don’t come down (thank you Julia Michaels). Self-knowledge.
Last month I felt a bit off actually around my 30th birthday (yes 30, can’t ignore it anymore): receiving all those messages from home made me feel a little bit funny but taking stock of my Aussie life so far and the life experience I gained during the past fex months I must say I overall feel really happy.
Greer, the mum of my host family aka my boss-bestie organized a little street party with pizza and prosecco, there are worse ways to celebrate you’re getting old.
Anyway, Kath and Kim are planning an epic roadtrip along the Eastcoast and I’m absolutely ready to thick this box on my bucket list.
Roadtripping means I finally need to get rid of my fear to drive the wrong side of the road and I’m actually taking a driving lesson this afternoon, I bet driving instructor Jackie will have heaps of fun. Kathy on the other hand, feels fully confident to drive the left, “I have experience” – to be continued.
Next to practicing my driving skills I’ve also been trying to improve my surf and I must say things are getting better, although it took me a fair bit. Learning to surf is pretty brutal indeed and goes hand in hand with absolutely getting smashed.
But once you’re finally able to stand the board and enjoy your two seconds of fame it’s literally the best. In the end that’s all that matters. Well it took me about three months to finally get to a descent pop-up, turtle pace and in Belgium we would say: “with willpower the snail reaches Noah’s arc.”
I actually really feel like the queen these days as I no longer play in the whitewater, but paddle (or at least try to) out the back.
Seems really “badass and cool” but I also refer to my quote last month when I paddled out the back for the very first time: “can’t do this, the waves are too big”. Classic Kimmy but sorry not so sorry there’s no turning back.
This little “fun fact” was nothing in comparison with a surf session at Cabarita Beach two weeks ago aka “that one time I got absolutely hammered”.
The surf hasn’t been really good lately with those northerly winds and the Salty Girls surfschool had to move to Cabarita instead of surfing at our regular surfspot at Kingy.
You shall paddle.
One of our first sessions at Caba started off rough with foamies flying around and two girls cutting themselves at the reef, but our coach promised the conditions would be better that day.
Not for this one.
De first green wave wasn’t a great succes, might blame the shore dump, but my board was flying and so was I.
Still feeling like the boss lady when I still caught a wave closer to shore and enjoyed my two seconds of fame.
Paddling out again which I still find so so hard, 4 years of CrossFit definitely doesn’t do the trick. Sometimes I feel like I’m not even moving a centimeter. Fortunately surfing goes together with a great community and it didn’t take long for another surfer to reach out to me and help me with my struggles. Unfortunately not the goodlooking Aussie rooster I’m dreaming about but an older man with a beard twinning with Tom Hanks in castaway. Still a legend though.
Apparently everyone out the water was looking after the Salty girls with their foamies which at least gave a false feeling of safety.
After finally reaching coach Marta out the back I had a few moments of rest waiting for the perfect wave.
My turn.
‘Alright Kimberly, start paddling”.
Ready, set go and “omg I’m actually on the wave!”
Think again cuckoo. A massive nosedive and as I said, that one time I got absolutely hammered.
Several attempts to reach back to the surface which ended in some sort of panic attack and me trying to breath under water.
5 liter of seawater for my morning tea – yum.
When I finally reached the surface I barely couldn’t see with that hair of mine in my face and as soon as I got my sight back I saw another wave breaking in front of me.
Duckdive.
This frightening mindfucking game continued for a fair bit until I finally managed to get on my board again. It’s these kind of moments that make us realize how “small” we are compared to the ocean’s force and it may sound silly but I kinda get nervous when I can’t control the situation.
Another lifelesson learnt. You have to respect the ocean.
Light in the dark: when coach Marta returned to the shore she immediately reached out to me with the words: “Kimberly you are so brave”. My ego says thank you. Instant feel good and despite the fact this was by far my creepiest surf moment ever, I won’t give up.
Marta gave me a beautiful tip as well: if you’re getting hammered and you’re not able to reach the surface straight away, try to remain calm (I know easily said) and start counting. You will notice you’re no longer under the water then maybe five seconds and every neurotic hyperventilating pigeon (note to self) manages to hold their breath for five seconds.
Our day ended with a legendary quote in our whatsappgroup:
“It’s gonna get harder before it gets easier.
But it will get better, you just gotta make it through the hard stuff first.”
Think again by the way if you think all those instagramshots with perfectly styled surfbabes are reality.
Ursula covered up in seaweed, note to self again, is a better attempt.
Ondertussen ben ik helemaal gewend geraakt aan de “early to bed, early to rise” Aussie levensstijl en gelukkig ben ik toch enigszins een ‘ochtendmens’ (hoewel alles relatief is – mijn mama kent me eerder als miss ochtendhumeur), want omstreeks 5 uur opstaan is hier geen uitzondering.
Een tweetal weken geleden wandelde deze early bird dan ook
met een tas koffie de straat uit voor mijn dagelijkse strandwandeling – yup
still living my best life.
De slaap nog uit mijn ogen wrijvend, besef ik op dat moment
niet wat mij te wachten staat.
Ik plof nog maar in
het zand neer of ik zie in aan de horizon “iets bewegen” gevolgd door een grote
splash zeewater. Vast één of andere golf denk ik dan, de oceaan is hier nogal
wild en niet in het minst te vergelijken met onze Noordzee. Twee seconden later
is het van dat, een GIGANTISCHE staart en een redelijk hysterische “OH MY GOD”
van Bibi.
Daar zijn ze dan, de humpbackwhales!
De ouders van mijn Australisch gastgezin hadden me al
verteld dat het momenteel walvisseizoen is, maar tot deze bewuste dag had ik niet
het geluk er één te spotten.
Vervolgens ben ik dan ook een uur blijven plakken (lees: zat
ik aan het zand gekluisterd) om de ene na andere walvis uit het water te zien
springen, hoe ZALIG was dit!
Ik kreeg er geen
genoeg van en vind het bizar dat de
doorsnee Aussie strandganger niet langer opkijkt van dit soort taferelen, ik
kan me niet voorstellen om hier ooit gewend aan te geraken.
Toen ik enkele dagen later tijdens een weekendtripje naar
Byron Bay de mogelijkheid zag om te gaan kajakken met bultruggen, haalde deze
toerist zonder aarzelen haar visa-kaart boven (no worries mama, t’was maar
veertig euro, kunt ge nu nie voor sukkelen voor het spotten van een occasionele
walvis).
Over Visa gesproken, ik betaal trouwens nog steeds, als een
soort beschermingsmechanisme quasi al mijn uitgaven met mijn credit card aangezien
mijn bankaart twee jaar geleden tijdens een vakantie in Bali gekopieerd werd. Ziezo,
da’s dan ook weer een kleine reistip tussendoor.
Back to the whales want op zondag 29 september was het zover,
bij het ochtengloren stond ik klaar aan de hostel (Wake up! – hostel, gelegen aan Belgongil
Beach, aanrader) om opgehaald te worden door het busje van Go Sea Kayak Byron
Bay.
Toegegeven dat ik niet al te vlot uit mijn bed geraakte, na
twee nachten op rij stevig de bloemetjes te hebben buiten gezet in Byron,
inclusief de ontdekking van het plaatselijke Hemelrijk.
Ze kennen mij hier toch niet. Ten minste als ik de volgende
keer nog binnen mag, want ik moest ongeveer overal mijn ID laten zien om aan te
tonen dat ik wel meerderjarig was.
Deze bijna 30-jarige granny nanny definitely takes that as a
compliment.
Aangekomen op bestemming kregen we enkele voorafgaandelijke
instructies omtrent het kajakken op zee en was ik weer de chansaar die een
kajak mocht delen met één van de instructrices.
Misschien best, haha, hoewel mijn kajak skills, tegen alle
verwachtingen in, best nog meevielen.
De weersomstandigheden waren overigens ideaal, geen zuchtje
wind onder een stralende zon. De touroperator had niet gelogen, het was
effectief de perfecte dag om walvissen te spotten.
Na ongeveer een half uurtje uitvaren richting de Julian
rocks, een befaamde duikspot in Byron, verzocht de gids ons om samen te troepen
op het water en de horizon in de gaten te houden. We’re still on a magicwhale
mission, aren’t we.
“Oi fellas”, “ge moogt dan nu uw beentjes in het water
hangen” – “Dolphins might come kiss your toes.”
Eum excuseer, thanks but no thanks Patricia. Een kuske van
Flipper sla ik niet af, maar not in the mood for a catch up with Jaws.
Ik weet het, ik doe nog steeds een beetje dwangneurotisch
over haaien, overigens tot groot jolijt van de Aussies, want ik heb ondertussen
al een keer of tien mogen aanhoren dat je meer kans hebt om getroffen te worden
door een blikseminslag dan gebeten te worden.
Ik geraak er wel over, maar voorlopig houd ik mijn pootjes
toch graag dicht bij mij in de boot.
Niet veel later was ik trouwens volledig afgeleid, want in
de verte maakten de eerste walvissen hun entrée!
How good is this!
Kennelijk zijn ook andere slimme Aussies deze mening
toegedaan, want onze groep werd vervoegd door een Australisch koppel die wisten
te vertellen ieder weekend uit te varen voor een pic-nic op het water. Ultimate
life goals.
Voor zover je hierbij niet zeeziek wordt uiteraard, want
daar hadden enkele pechvogels in onze groep toch wat last van. Deze kapitein bleef hiervan gelukkig gespaard
en arriveerde enkele uren later moe maar voldaan terug aan wal.
Thanks Go Sea Kayak Byron, so “stoked with this trip” (Aussie
slang for the win en mijn vocabulaire breidt elke dag uit – “mate” is nog steeds
mijn favoriete woord haha).
Mijn batterijen waren na dit weekendje Byron in ieder geval volledig
opgeladen voor een nieuwe werkweek als au pair on the beach.
Over hoe dit leventje mij vergaat en wat dit half jaar
reizen inmiddels met mij gedaan heeft meer in een volgend blogje.
Cheers!
=> Here we go in English:
Australia keeps surprising me.
After living my best life here for the past two and a half months
I’ve completely adjusted to ( something I would refer to as) Australia’s “early
to rise, early to bed lifestyle”. Rise and shine at 5 am is definitely not an
exception in the land of Skippy.
A couple of weeks ago this early bird walked up to the beach
with her morning coffee, completely unaware of the beautiful surprise that she
was about to encounter.
Wandering in the sand dunes I all of a sudden saw something
moving at the horizon. Probably a wave crashing, the currents are strong here,
completely the opposite around of our Belgian North Sea, which is litterary
just a pond in comparison with the Pacific.
Only a few moments later a large tail showes up followed by
a hysterical cry from crazy CooCoo:
OMG HUMPBACK WHALES!
Apparently it’s the season, but I haven’t been fortunate to
spot any of them. Up until now, hallelujah!
The next hour I didn’ move a single bit watching whale after
whale jumping out of the water!
How.good.is.this exclamation mark
I just couldn’t get enough and it surprises me how local beach
walkers don’t even seem to look up anymore, I could never get used to this.
Few days later on a weekend getaway to Byron Bay I found out
about a possibility to sea kayak with whales; little miss tourism obviously
didn’t hesitate a moment to pull
out her visa card (sorry mum, but it was only 75 AUD, definitely worth the
money for some casual whale watching). I’m by the way still covering most of my
expenses with my credit card during travels as my debit card was being copied
two years ago in Bali ( just a random travel tip as this still seems to be a
travel blog).
Sunday September 29th – 5 AM
Slightly hungover waiting at Wake Up! Hostel for the “Go Sea
Kayak”-van. Went a little crazy the nights before, partying in Byron.
Well at least people don’t know me here, I keep telling
myself.
Hopefully I get to enter the pubs again next time, which was actually quite an adventure itself, as I basically had to show my ID everywhere. This nearly 30 year old granny nanny definitely takes that as a compliment.
After arrival at the departure point we received some basic
instructions on “how to sea kayak” and luckily I ended up sharing a boat with
one of the instructors. Maybe it was for the best, haha, although I must say I
was actually pleasantly suprised with my natural born kayak skills.
Besides, we were pretty blessed with some beautiful weather
conditions: not much wind and clear blue skies. The touroperator didn’t lie, it
really was such an amazing day to go on a whalewatch trip!
After half an hour peddling out in the direction of the
Julian Rocks, Byron’s famous diving spot, the tourguide requested the group to
gather and keep an eye on the horizon.
We’re still on a
magicwhale mission, aren’t we.
“Oi fellas”, you may know hang your legs off the boat “– “Dolphins
might come kiss your toes.”
Uhm excuse me, thanks but no thanks Patricia. I wouldn’t
mind a peck from Flipper, but not in the
mood for a catch up with Jaws.
I know, I’m still acting a bit silly when it comes to
Australia’s shark population, which cracks up the Aussies by the way, as they
keep telling me you’ve got more chance of getting struck by lightning than
getting attacked.
Nevertheless until I get over it, I’d like to keep my toes
where I can see them.
Only a few minutes later I was already distracted as the
first whales started to make their appearance!
How good is this!
Apparently we weren’t the only people sharing those thoughts
as an Australian couple meanwhile joined our group telling they were out on the
water for their weekly “whale-watch pic-nic”. Ultimate life goals I must say.
Unless one gets seasick… A few people in our group weren’t
very lucky. This captain fortunately managed to not feed the fish.
All good things come to an end and after spending all
morning out on the water we reached the shore safely.
Thanks Go Sea Kayak Byron, I’m “so stoked”about this trip” (Aussie
slang for the win as my vocabulary daily expands – “mate” is still my favorite
word haha).
This Byron Bay weekend getaway definitely recharged my
batteries and I was all ready to conquer a new workweek in Casuarina.
More to share in a next blogpost about my beautiful au pair
beach life.
Volgens mij deelde ik ondertussen een tiental zonsopgangen via Instagramstories, maar wat is Australië wondermooi.
Een maand geleden begon ik in Vietnam plannen te maken voor
mijn working holiday en struinde ik het internet af op zoek naar een job.
Aanvankelijk was het mijn bedoeling om via een tussenstop in
Bali eerst naar Perth te vliegen en de West Coast te verkennen. De vluchten
naar Perth zijn vanuit Indonesië, omwille van de korte afstand, redelijk
goedkoop en ook dat is namelijk reizen: “mind your budget” (af en toe, want we
leven maar één keer).
Niettemin zocht ik tevens naar een job aan de Oostkust in de
regio van Byron Bay aangezien deze bestemming nogal hoog op mijn bucket list
prijkt.
Geheel onverwacht stuitte ik uiteindelijk via het agentschap
“DreamNannies” op een parttime job als “live in” Au Pair in Casuarina Beach, 30
minuten rijden van Byron. De jobomschrijving klonk trouwens daadwerkelijk als
een “Dream”:
“Amazing Live-in Au Pair Role! On the Beach!
Lovely, professional family based in Casuarina are
looking for a loving and active Au Pair to help care for their children.
Casuarina is a beautiful coastal town, their home is close to parks and just
walking distance to the beach.
The family enjoys an active, fit & healthy lifestyle
and are looking for someone who also enjoys a clean living lifestyle and who
also loves the beach and being outdoors. Would suit a surfer as this family
loves to surf!”
Te mooi om waar te zijn, niet? De eerste reactie van mijn
mama was dan ook: “ge gaat daar toch geen Assepoester worden he”.
Het tegendeel is inmiddels bewezen, ik ben hier werkelijk met
mijn gat in de boter gevallen. Mama, maakt u dus geen zorgen, het zit namelijk
zo:
“lovely family”: Yes, en nog geen klein beetje! Vanaf dag 1 voelde ik mij onmiddellijk welkom in dit warme gezin, niet in het minst toen ik door de mama en haar kleinste telg enthousiast onthaald werd op de luchthaven van de Gold Coast.
“beautiful coastal town”: Astrid Bryan zou zeggen “it’s amazing” en dat is op zijn minst een understatement. Wanneer ik de straat uitwandel, sta ik op twee minuten op het strand, op 5 kilometer afstand van Cabarita waar je vanop een heuvel walvissen kan spotten.
“fit & healthy lifestyle”: Wees maar zeker, het is gedaan met excuses zoeken om niet te sporten tijdens het reizen. Vorige week opende in Casuarina een nieuwe yogastudio waar je naast yoga, ook pilates en lessen “barre” (een pilates-workout aan de, het woord zegt het zelf, barre, destijds ontwikkeld door geblesseerde ballerina’s) kan volgen. Ik ben hier weer helemaal in mijn nopjes.
By the way, over die fit and healthy lifestyle, de boog staat bijlange niet altijd gespannen want de mama van het gezin en ik delen naast yoga nog twee andere passies: wijn & hersenloze reality-tv. ’S avonds wordt hier dan ook regelmatig, vergezeld van een glaasje, Married at first sight Australia (mijn favo) en “The Bachelor” gebingwatched. I love it.
“ Would suit a surfer”: Awel euh, we zijn er nog
niet helemaal, maar door doorzettingsvermogen bereikt de slak de ark. Ieder
weekend trotseer ik de golven met “Salty Girls Surf School”.
Het verdict na 1 maand in Australië vertoeven is dan ook bijzonder gunstig. Ik ben helemaal gewend geraakt aan de “laidback Aussie lifestyle” en om mezelf in de plaatselijke “slang” uit te drukken: she’ll be right mate – vrije vertaling: alles komt goed.
Ondertussen vertoef ik bijna vier maanden in Azië en wordt
het tijd voor een update aan de fans.
Vorige maand reisde ik samen met travelbuddy Carlos 14 dagen naar Maleisië. Ik schreef een apart blogje over de voornaamse “highlights” van onze trip dat jullie kunnen vinden onder de titel “Madre mia Malaysia”.
Op dit moment verblijf ik al enkele weken in Ho Chi Minh
City, ook wel gekend als HOT Chi Minh omwille van de absurde
gevoelstemperaturen.
De stad omschreven in 1 woord? Overweldigend. Dit was toch het eerste gevoel dat in mij opkwam toen ik hier arriveerde en met de daver op mijn lijf de straat overstak. Inmiddels heb ik geleerd dat je gewoon moet gaan: niet versnellen, niet vertragen en vooral niet stoppen.Survivaltip 1.
Hoe ben ik eigenlijk in deze stad verzeild geraakt? Via de app
Trustedhousesitters!
In Bali nam ik tevens de zorg voor vier trouwe viervoeters op mij en momenteel ben ik het tijdelijk baasje van Harley.
Wat ik het leukste vind aan housesitten is dat je toch
tijdelijk een vaste stek hebt tijdens het globetrotten. Ik ben bijlange nog
niet uitgereisd, maar kwam de laatste maanden wel tot de vaststelling dat ik
het fijn vind om wat “consistentie” te hebben en niet om de twee dagen op zoek
te moeten gaan naar een nieuwe slaapplaats. Ieder zijn goesting natuurlijk. Via
het housesitten spaarde ik in Bali en Vietnam ook maar liefst twee maanden
kosten voor accommodatie uit, de extra centen zullen van pas komen in
Australië.
Ho Chi Minh is onderverdeeld in 10 verschillende districten en ik verblijf op een appartement in District 7, ook wel gekend als het “the Korean district”. Net als in District 2 is het hier beduidend kalmer dan in de rest van de stad en wonen hier voornamelijk expats en rijke Koreanen. Safety first is hier zo een beetje het stokpaardje en op elke hoek van de straat zijn dan ook security guards te vinden. In elke grote stad is het op te letten voor zakkenrollers, maar extra waakzaamheid is geboden in District 1 waar vele toeristen het slachtoffer worden van grijpdiefstal op de scooter. Haal uw gsm’eke dus niet te veel boven in ‘t stad, tenzij het aan uw hand plakt. Survivaltip 2.
Wat ik de afgelopen weken geleerd heb, is dat er een enorme
vraag is naar English teachers in Vietnam. Vele backpackers geraken hier op die
manier verzeild en blijven plakken om het reizen leefbaar te maken en/of te
sparen voor verdere reizen. Aangezien de lonen voor English teachers Westers
zijn, kan je hier werkelijk leven als God in Frankrijk. Zelf heb ik van mijn
tijd ook gebruik gemaakt om online een cursus TEFL (Teaching English as a
Foreign Language) te volgen, je weet nooit wat de toekomst brengt. Vorige week
kreeg ik alvast een voorsmaakje, toen ik last minute moest invallen om les te
geven aan twee kleuterklassen. Zoals ik op de social media al beschreef, was deze
ervaring onvergetelijk en de vele knuffels van de Vietnamese kleuters bezorgden
mij een gelukzalig gevoel toen ik die avond in mijn bed kroop. In ieder geval
voor herhaling vatbaar.
Zoals ik boven omschreef is het hier verschrikkelijk warm, maar je moet toch, regenseizoen of niet, voorbereid zijn op een dagelijkse stortbui. Prop dat fashionable K-way’ke dus maar in uw handtas om niet voor verrassingen te komen staan. Zelf was ik uiteraard mijn regenjas vergeten toen ik voorafgaandelijk aan een sollicitatiegesprek met een recruiter voor English teachers in een storm terecht kwam. Ik arriveerde bijgevolg geheel Bridget-Jones wise (voor wie de scène op het einde van de film kent) ter plaatse, doorweekt, but still fabulous. Survivaltip 3.
Als het regent is er in Ho Chi Minh overigens nog steeds voldoende te beleven. Naast shopping centra, skybars en musea vind je hier ongelooflijk veel leuke koffiebars en theehuizen. De Vietnamezen zijn dan ook koffieverslaafd en “koffiedates” vormen hier de standaard sociale activiteit. Tot s’avonds laat zitten de terrassen afgeladen vol met collega’s slurpend van hun Vietnamese Coffee (ice-coffee met gecondenseerde melk – superzoet, maar je moet het toch eens geprobeerd hebben.) Survivaltip 4.
Beklijvend beeld op een tentoonstelling in het Remnans War Museum.
Qua toeristische activiteiten was ik het meeste onder de indruk van het Remnans war museum en mijn uitstap naar de Cu Chi-tunnels. Bereid je, vooral bij het Remnans museum, wel voor op de zware emotionele impact die dit nalaat. Op de eerste verdieping is er een expositieruimte, the Orange room, waar de gevolgen van agent orange worden tentoongesteld. Ik was mij er totaal niet van bewust dat Vietnam, zoveel generaties verder, nog steeds geconfronteerd wordt met ziekte en verminkingen veroorzaakt door dit chemisch wapen. Toen Amerikaanse vriendin Melissa en ik in de zaal daarnaast (“de Vietnamese oorlog door de ogen van een kind”, waar tekeningen werden tentoongesteld) een blinde jongen zagen die piano aan het spelen was, lieten we onze tranen de vrije loop. Het museumbezoek is bijzonder schrijnend, maar absoluut de moeite waard, al is het maar voor de bewustwording.
De tijd is hier in ieder geval voorbij gevlogen en ik sluit
af met een spannend nieuwtje omtrent mijn volgende bestemming (- dat ik
eigenlijk al verklapt heb via Instagram, oeps).
Ik ben deze week namelijk via de au-pair agency
“Dreamnannies” op een aanbod ingegaan om
enkele maanden te werken als nanny voor een jong gezin in Australië met veel
gemeenschappelijke interesses waaronder een passie voor yoga. Volgende week
dinsdagavond vlieg ik dan ook naar….The Gold Coast!
To be continued…
Tot ziens Azië! Uitzicht over de stad vanuit de Financial Tower / Saigon Skydeck.
Op 2 juni nam ik afscheid van Bali en de babysithondjes (lees: monsters) en vloog ik naar Kuala Lumpur; klaar om 14 dagen Maleisië te verkennen met mijn Spaanse travelbuddy Carlos.
Ik leerde Carlos kennen in 2017 tijdens mijn allereerste
soloreis naar Bali.
Ons reisavontuur ging van start in bestemming KL en beiden waren we verbaasd dat in deze metropool uiteindelijk niet danig veel te beleven valt.
Carlos en ik aan de Petronas Towers in Kuala Lumpur.
Ca. 28.000 stappen (Carlos op flip-flops) en 1 dag later
konden we de voornaamste toeristische trekpleisters immers afvinken op ons
lijstje en besloten we om andere oorden op te zoeken.
Is Kuala Lumpur dan wel de moeite?
Jazeker, maar je hoeft er, naar mijn bescheiden mening, niet
langer dan 1 à 2 dagen voor uit te trekken.
Aangezien mijn zuiderse reisgenoot het strand net zo genegen
is als ondergetekende, zaten we een dag later op een binnenlandse vlucht richting
Perhentian Islands: een eilandengroep “uit de boekskes” inclusief parelwitte
stranden en kokosnoten à volonté. De
kleurrijke koraalriffen en indrukwekkende onderwaterwereld maken Perhentian dan
ook een populaire bestemming om te snorkelen of te leren duiken.
Kimberly vakantieland tot uw dienst.
Anderzijds bracht Perhentian ook wel enige cultuurschock teweeg. We verbleven namelijk in het rurale stadje “Fisherman’s village” op het kleinere eiland Perhentian Kecil. Onafgezien van enkele andere verdwaalde reizigers wordt dit eiland bezet door locals.
De camping en het avontuurlijke backpackgevoel vormden voor ons geen obstakel (al moet ik bekennen dat ze mij tot in Thailand hebben horen krijsen toen er een spin op ons muskietennet zat: “Carlos, there’s a tarantulaaaa!! – dat belooft voor Australië), maar we waren bedroefd door de vervuiling en barre leefomstandigheden van de “Perhentianen”. Het aantreffen van een gezin van 10 in een simpel barakske tussen de vuilniszakken vormde een schril contrast met de luxeresorts op het grotere eiland.
Na enkele dagen eilandhoppen en strandliggen stond schiereiland Penang op het programma en verbleven we in het multiculturele Georgetown. Multicultureel in die zin dat diverse bevolkingsgroepen vreedzaam samenleven in deze stad. Wees dan ook niet verbaasd om vlakbij Chinatown een moskee aan te treffen, terwijl je op de hoek van de straat een bakje Indiase streetfood kan bestellen. Gevoelige magen opgepast.
Onze reis werd uiteindelijk afgesloten op het eiland Langkawi en we hadden geluk dat het net laagseizoen was, want Langkawi kan druk zijn tijdens de zomermaanden. Aangezien het eiland enorm groot is, reden we elke dag met de scooter naar verlaten strandjes. Een tripje naar Tanjung Rhu is zeker de moeite om het echte “op een onbewoond eiland-gevoel” te beleven.
Een andere must-see op Langkawi is de “seven wells” waterfall. Na het bestijgen van 638 treden, kom je uit bij de natuurlijke bronnen met waterglijbaan. Volgens een legende zouden feeën hier regelmatig een bad nemen. Gelieve voor de prachtige demonstratie van de glijbaan door deze fee het filmpje op mijn facebookpagina te checken.
De feeërieke heldin van half zeven groet u.
Mooie liedjes duren helaas niet lang en bij deze komt ook dit toeristisch praatje over Maleisië ten einde. Na 14 dagen zat Carlos zijn congé er immers op en vloog ik naar mijn volgende bestemming… Ho Chi Minh City.